TEXEL - Al driekwart jaar wordt gewerkt aan reconstructies van de zijden kousen die in het Palmhoutwrak zijn gevonden. Een indrukwekkend monnikenwerk, dat met dun garen en naalden van een millimeter dik moet worden uitgevoerd. Veertig breisters lieten zich hier niet door afschrikken en breiden vele tientallen uren aan de reconstructies. Met resultaat, want de eerste exemplaren zijn af en ze zijn prachtig!
Het project begon op 26 januari met een workshop bij Museum Kaap Skil, onder leiding van het Leidse Textile Research Centre. Voor de overkantse deelnemers was er een tweede workshop in het Huis van Hilde. Er moesten eerst proeflapjes gebreid worden, om de dikte van de naalden en het soort draad te kiezen. Toen ontdekten de breisters meteen hoeveel werk het was een klein lapje te maken. En de kousen zijn ruim 60 cm lang!
De 40 breisters die uiteindelijk besloten met het hele project mee te doen, hielden elkaar op de hoogte via terugkom-middagen en een online platform. Zo konden ze ervaringen uitwisselen, elkaar stimuleren en elkaars werk bekijken. Inmiddels hebben vijf dames al een hele kous gebreid en eentje zelfs twee. De snelste bereidde de weg voor de anderen: omdat er fouten in het patroon stonden, moest ze stukken uithalen. Dankzij deze ervaring beschikt het team nu over een foutloze werkbeschrijving en zullen de reconstructies heel dicht bij het origineel komen.
Chrystel Brandenburgh, onderzoeker bij het Textile Research Centre, is enorm enthousiast over het verloop van het project. “Ik was compleet overrompeld door de belangstelling. We hebben reacties uit de hele wereld gekregen en ook bij de groep die is overgebleven zitten mensen uit het buitenland: twee uit Engeland, twee Hongaarse dames en een Duitser. De Duitser is de enige man die aan het project meedoet. Alle facetten van het proces zijn leerzaam. Het breiproces, het eindresultaat, maar ook het betrekken van een heel nieuwe doelgroep bij historisch erfgoed. Een fantastisch project!”
Er wordt met een paar variabelen gewerkt, om de onderzoekers zoveel mogelijk inzicht te verschaffen in hoe zulke kousen vroeger werden gemaakt. Een paar dames gebruiken ontgomde zijde, wat heel glad en daarmee lastig te gebruiken is. De rest breit met de ruwere niet-ontgomde zijde. Ook wordt er met verschillende typen naalden gebreid. Per kous zijn de breisters zo’n 200 uur bezig.
Toen conservator Alec Ewing van Museum Kaap Skil de foto’s van de nagemaakte kousen zag, was hij zwaar onder de indruk: ”Dit is echt een monsterklus en ze zien er fantastisch uit. Ik ben ontzettend benieuwd wat de onderzoekers door dit project allemaal te weten komen.” Op termijn zullen de resultaten ook in Museum Kaap Skil te zien zijn.
De wetenschappers van het Textile Research Centre zitten vol vragen over de kousen: Hoe werden zulke kousen gemaakt? Waren ze voor een man of een vrouw? Hoe zit zo’n kous? Werden ze op maat gemaakt of waren ze zo rekbaar dat een maat kous voor meerdere voetmaten werd gebruikt? Met behulp van de reconstructies hopen ze op deze vragen een antwoord te krijgen. Het is de bedoeling dat eind maart 2019 alle breisters hun werk af hebben.