In de afgelopen 12 maanden kwam 16% van de vragen van Texel, 79% uit de rest van Nederland en 5% uit het buitenland. De pers was goed voor 10% ervan. Verreweg de meeste vragen, 88%, kwamen via de mail of sociale media binnen. De onderwerpen en de verhouding ertussen waren vergelijkbaar met eerdere jaren: 46% van de vragen gingen over vondsten van het strand of uit zee, 34% over botten, 11% over vondsten op het land.
De coronacrisis, vanaf maart 2020 tot heden, heeft een duidelijk positief effect op het aantal binnengekomen vragen gehad. Kennelijk waren er in deze periode meer mensen die iets wilden weten over een strandvondst of ander veldbiologische onderwerp, en wisten ze Ecomare te vinden om hun vraag aan te stellen. De conservatoren zijn er blij mee. Mede hierdoor bleef er toch contact met het publiek terwijl Ecomare dicht was. Ook andere instanties in Nederland waar veldbiologische waarnemingen binnenkomen melden een forse toename door de coronacrisis.
Bij Ecomare waren er dit jaar op het gebied van de vragen een aantal hoogtepunten:
de tientallen levende en dode zeepaardjes, die op het strand gevonden werden
de aangespoelde maanvissen, waarvan één nog levend
de melkende oesters in de haven van het NIOZ
de vele eikapsels van tepelhorens op het strand
de enorme hoeveelheid harige mosdiertjes op het strand
de vondst van een atlas (eerste halswervel) van een wolharige mammoet op de Hors.
Er waren ook vreemde vragen dit jaar: roestige zeehonden bij Wieringen, driepuntige roggen uit de Noordzee, een grote fossiele haaientand, en een bultrug die in Amerika een kreeftenvisser opslokte. De conservatoren hopen dat ook na de coronacrisis de vragen binnen blijven stromen!