OUDESCHILD - Op vrijdag 18 oktober om 14.30 uur houdt maritiem archeoloog Thijs Coenen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een lezing in Museum Kaap Skil. De lezing heeft als titel ‘Goed bewaard, maar onzichtbaar: onderwater archeologisch onderzoek in de Waddenzee’ en is gratis voor bezoekers van het museum.


Nederland is een waterrijk land. Sinds de prehistorie hebben mensen, goederen en ideeën zich over het water verplaatst. Tijdens opgravingen worden dan ook regelmatig de materiële resten van het leven met het water teruggevonden: een boomstamboot bij Pesse, een Romeinse rivier-aak in Utrecht, een kogge bij Kampen. Ten oosten van Texel ligt een belangrijke locatie voor de maritieme geschiedenis van Nederland: de Reede van Texel. Hier lagen in de Gouden Eeuw schepen te wachten op gunstige wind om uit te varen, of om geladen of gelost te worden.

Door de eeuwen heen zijn bij stormen vele schepen vergaan. Tot op heden zijn op de Reede zestien goed bewaarde scheepswrakken uit de zeventiende en achttiende eeuw gevonden door lokale sportduikers. Veel van deze wrakken zijn na onderzoek afgedekt, zodat ze in situ bewaard konden blijven. In 1988 werd Burgzand Noord 3 het eerste beschermde Rijksmonument onder water. Het gebied werd in 2013 uitgebreid tot een oppervlak van 73 hectare.

In de afgelopen jaren heeft de Rijksdienst op verschillende wrakken in de Waddenzee gedoken, om ze te onderzoeken, te inspecteren en beschermen. Een van deze wrakken is het inmiddels wereldberoemde Palmhoutwrak, dat in 2010 werd ontdekt door Texelse sportduikers.

Maar hoe gaat dat onderzoek nu in zijn werk? Thijs Coenen vertelt in zijn lezing over de methoden en technieken waar het duikend onderzoek in Nederland gebruik van maakt, 3D-fotogrammetrie bij slecht zicht en de resultaten die dit allemaal oplevert.