De tentoonstelling Wereldreis is opgedeeld in de vier windstreken. In 'het westen' gaat het over de scheepvaart naar de Caraïben en Suriname. Bij deze handel speelde slavernij een grote rol. De vondsten uit het Schervenwrak illustreren dit. Het Schervenwrak zat vol spullen om een suikerrietplantage mee te stichten. Het schip heeft haar einddoel Berbice (bij Suriname) echter nooit gehaald. Het strandde bij Texel en werd eeuwen later op de zeebodem gevonden door Texelse duikers.
De duikers hebben heel uiteenlopende spullen uit het wrak gehaald. Het schip vervoerde niet alleen gereedschappen voor de tot slaafgemaakten, maar ook de luxe huisraad voor de plantagehouder. Ze leggen de schrijnende tegenstelling tussen het harde leven van de tot slaafgemaakten en het luxe leven van de plantagehouder genadeloos bloot.
Een kappa werd gebruikt om het sap van de suikerrietstengels in te koken. Door constant te roeren in de gloeiendhete, borrelende massa, moesten de tot slaafgemaakten aanbranden voorkomen. Bij dit zware, gevaarlijke werk liepen ze een groot risico op brandwonden. De kappa die Hans Eelman uit het Schervenwrak heeft gehaald, is nooit gebruikt, omdat hij zijn eindbestemming niet heeft bereikt.
De kappa uit het Schervenwrak is eerder korte tijd tentoongesteld geweest in Museum Kaap Skil en stond ook in de Grote Suriname Tentoonstelling in De Nieuwe Kerk. Onlangs heeft Eelman de kappa officieel aan Museum Kaap Skil geschonken.