OOSTEREND - Bij archeologisch onderzoek op Texel zijn zeldzame resten gevonden van een middeleeuwse huisterp, een deel van een zodenhuis en een met hout versterkte waterput.

Een team archeologen voerde afgelopen week in opdracht van de gemeente Texel archeologisch onderzoek uit op het terrein tussen de Koetebuurt en de Wierstraat in Oosterend.

In maart 2018 raakten vijf panden in Oosterend bij een grote brand onherstelbaar verwoest, waardoor ze moesten worden gesloopt. Vanwege de ligging - in het historische dorpshart, vlakbij de van oorsprong middeleeuwse kerk - was het volgens de gemeente nodig om archeologisch onderzoek te doen.

Zodenhuis
Tijdens de opgraving werden resten gevonden van een Texelse variant van een zodenhuis, een typisch huis de middeleeuwen. Aanvullend onderzoek moet uitwijzen of het om een woonhuis, schuur of hutkom gaat, maar duidelijk is wel dat het om resten van een middeleeuws gebouw uit de 12e of 13e eeuw gaat.

Aan de Wierstraat werden overblijfselen van een middeleeuwse waterput gevonden. De ronde put stond bovenop een vierkant framewerk van hergebruikt hout. Onder de waterput was een overstromingslaag met verspoelde grond aanwezig. Dit wijst er volggens de archeologen op dat de bewoners last hadden van het zeewater. Om zich daar tegen te beschermen, maakten ze een klein dijkje.

Spullen uit 17e eeuw
Volgens de archeologen was het terrein na de middeleeuwen een tijd onbewoond. De eerste bakstenen huizen zijn waarschijnlijk pas rond 1700 gebouwd. Uit deze tijd zijn enkele funderingen en kelders teruggevonden. Ook in afvalkuilen op het achterterrein van de Koetebuurt werden voorwerpen gevonden; onder meer een 17e eeuwse blauwe glazen fles uit Amsterdam en zilveren en koperen munten uit de Lage Landen.