Voor de bouw van de Afsluitdijk was de Zuiderzee van groot belang voor vissers van Texel – net als voor vissers uit talloze andere dorpen en steden rond deze binnenzee. De visserij was één van de belangrijkste bronnen van voedsel en inkomsten in de hele regio. Maak in de tentoonstelling Boten bij de vis kennis met de Zuiderzeevissers, hun schepen en de werven waar ze werden gebouwd.
De schepen van Zuiderzeevissers moesten in de eerste plaats veilig en stabiel zijn. Daarnaast moest de vorm aansluiten bij de locaties waar gevist werd en moest het schip voldoende ruimte bieden om de vis vers op te slaan. Texelaars voeren vooral op blazers. Een voorbeeld hiervan is de TX 11, een blazer uit 1894 waarvan de restanten bij Museum Kaap Skil te vinden zijn.
Rond de visserij ontwikkelde zich een ware industrie: scheepswerven, zeilmakerijen en touwslagers speelden allemaal hun eigen rol in de Zuiderzee-economie. Met de afsluiting van de Zuiderzee en de komst van metalen schepen, raakten de houten schepen in onbruik voor de visserij. Sommige kregen een nieuwe functie in de pleziervaart. De overgebleven scheepswerven richtten zich op scheepsonderhoud of andere vormen van scheepsbouw.